Inspiratieblog: betekenisvol topografieonderwijs + gratis download

Ellen Dashorst is leerkracht op de John F. Kennedyschool in Zutphen en auteur bij de Junioruniversiteit. In deze blog vertelt zij je over het project Verhalend door de provincies, voor groep 5, 6 en 7, geschreven bij het boek Van bij ons. Op veel scholen worden wereldoriëntatievakken al betekenisvol en in samenhang aangeboden. Maar topografie blijft vaak een vak waarbij het enkel gaat om plaatsnamen, wateren en gebieden uit het hoofd leren. Bij Junioruniversiteit zijn we ervan overtuigd dat dit anders kan en willen we zorgen voor context zodat topografie betekenis krijgt voor kinderen en in samenhang wordt aangeboden met andere vakken. Zou jij dit ook graag willen voor jouw groep, dan is het project Verhalend door de provincies een goede en laagdrempelige manier om hiermee te starten. In deze blog vertel ik je wat de inhoud is van het project en hoe je het zou kunnen inzetten. Daarnaast vind je een gratis download, zodat je een stukje van het project kunt uitproberen in je groep.

Inhoud van het project

De prachtige volksverhalen uit het boek Van bij ons vormen de rode draad in het project. Dit boek bevat een volksverhaal uit elke provincie. Ik ben er van overtuigd dat deze verhalen enorm tot de verbeelding van de kinderen spreken en dat dit zorgt voor een grote betrokkenheid. In de startactiviteit maken de kinderen kennis met de twaalf verdwaalde hoofdpersonen uit het boek. Ze komen aan de hand van een QR-code speurtocht meer over hen te weten en proberen er achter te komen uit welke provincie zij komen. In de lessen die volgen na de startactiviteit zijn altijd meerdere vakken gecombineerd. Topografie wordt in samenhang aangeboden met taal, rekenen, geschiedenis, aardrijkskunde en kunstzinnige vorming.

In de lessen zit het werken met topografiekaarten op een betekenisvolle manier verwerkt. Elke les start met het voorlezen van een volksverhaal. In het verhaal zitten hints verstopt over de woonplaats van een van de hoofdpersonen. Actief luisteren en het gebruik maken van de atlas komt hiermee iedere les terug. De kinderen plakken de afbeelding van een hoofdpersoon op de juiste provincie op de verzamelkaart. Hierdoor maken we de aangeboden provincies visueel. Deze terugkerende rode draad activiteit zorgt voor motivatie en betrokkenheid, net als de verschillende werkvormen. Bewegend leren, spelend leren, samenwerkend leren en zelf creëren staan centraal in dit project. Bij de slotactiviteit wordt alle kennis uit het project in spelvorm herhaald en koppelen de kinderen dit aan de juiste provincie. Ook noteren de kinderen kenmerken of herinneringen op de verzamelkaart om de provincies goed te kunnen onthouden. Samen met de landkaart met hoofdpersonen hebben de kinderen dan een mooi document gecreëerd waarmee de topografie van de provincies voor hen persoonlijk betekenis krijgt.

Het project in de praktijk

Bovenstaande klinkt natuurlijk prachtig, maar hoe ziet dat er dan in de praktijk uit? Om dit concreet te maken vertel ik je meer over de les bij de provincie Overijssel. Je start met het voorlezen van het prachtige verhaal over roofridders in de Middeleeuwen die de burgers en handelsreizigers afpersen met hoge belastingen. Door middel van het verhaal en de atlas komen de de kinderen er achter dat hoofdpersoon Geesje bij deze provincie hoort. Vervolgens lees je de alinea Feiten en fictie voor uit het boek. De kinderen krijgen daarmee meer informatie over de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. De kinderen krijgen een bordspel in de vorm van de provincie van Overijssel. Ze zijn in het spel een handelsreiziger die zoveel mogelijk geld wil verdienen. Als ze op een stad terecht komen, pakken ze een verkoopkaart. Daarop staat een verhaalsom in geldcontext, die ze moeten uitrekenen. Hebben ze die som goed uitgerekend, dan hebben ze dat bedrag verdiend. Maar komen ze langs een roofridder, dan moeten ze een belastingkaart pakken. Ze rekenen dan een keersom uit en moeten dat bedrag betalen. De speler die aan het eind van de speeltijd het meeste geld heeft verdiend, is de winnaar.

In deze les worden de vakken topografie, geschiedenis en rekenen gecombineerd en aangeboden door middel van spelend leren. Het spelen van dit spel zorgt voor een betekenisvolle context bij het leren van de topografie van Overijssel. Tegelijkertijd worden andere vakken behandeld; drie vliegen in één klap!

Het project inzetten op verschillende niveaus

Er zijn verschillende manieren waarop je het project kunt inzetten. Je kunt er voor kiezen om het project over het hele schooljaar te verdelen. Bij de start van het schooljaar plan je de startactiviteit en elke keer dat je een provincie aanbiedt, geef je de bijbehorende les. De les die gegeven wordt, zorgt voor betekenis, waardoor de kinderen de provincie, plaatsnamen en eventuele wateren beter kunnen onthouden. Deze manier van werken zou ik aanraden wanneer je de provincies voor het eerst aanbiedt. Je kiest dan voor groeifase 1 bij de startactiviteit.

Als de kinderen al enigszins kennis van een kaartbeeld hebben bij de provincies van Nederland, kun je er ook voor kiezen om het project in één keer aan te bieden. Je herhaalt dan de basistopografie van de provincies van Nederland en breidt dit verder uit. Je kiest dan voor groeifase 2 bij de startactiviteit.

Aan de slag!

Ben je nieuwsgierig geworden naar het project? Probeer dan nu de les Strijden tegen de zee in Zeeland uit. In deze les worden door middel van bewegend leren, de vakken topografie, aardrijkskunde en begrijpend lezen gecombineerd. Hopelijk heb ik je enthousiast gemaakt om aan de slag te gaan met het prachtige project Verhalend door de provincies. Heb je nog vragen, neem gerust contact op met kantoor@junioruniversiteit.nl. Ik wens je heel veel plezier met deze avontuurlijke reis door de provincies van Nederland!

Downloads

De downloads bij dit blogbericht zijn:

Gratis lesvoorbeeld – verhalend door de provincies