Sommige scholen beginnen er al in de onderbouw mee, andere pas in de hogere groepen: presenteren. De meest gangbare manier waarop kinderen met presenteren oefenen, is door het geven van een spreekbeurt. In deze blog bieden we je inspiratie om kinderen op verschillende manieren te laten oefenen met presenteren.
Een 21e-eeuwse vaardigheid
Presenteren bereidt kinderen voor op de toekomst en is bij uitstek een competentie waarin veel 21e-eeuwse vaardigheden terugkomen. Het vergroot de communicatievaardigheden, omdat kinderen oefenen met het structureren en verwoorden van hun ideeën en gedachten. Ook is presenteren belangrijk voor het werken aan non-verbale communicatie, zelfvertrouwen en weerbaarheid. Andere 21e-eeuwse vaardigheden, zoals creatief en probleemoplossend denken en het verwerken van informatie komen ook allemaal aan bod. Kinderen worden uitgedaagd om na te denken over wat ze precies willen presenteren en hoe ze dat op een passende en interessante manier kunnen doen.
Verschillende manieren om te leren presenteren
We denken bij presenteren al snel aan een spreekbeurt met een presentatie op het digibord. Daar is zeker niks mis mee, al zijn er nog veel meer mogelijkheden. Juist om het kritisch en creatief denken te blijven stimuleren, is het interessant om met verschillende soorten presentaties te werken. Denk in plaats van een geijkte boekpresentatie bijvoorbeeld eens aan het maken van een boekendoos met voorwerpen die bij het boek passen. Of laat kinderen een gedichtenbeurt of krantenbeurt geven.
Om je te inspireren eens een nieuwe presentatievorm uit te proberen, geven we je 11 tips:
- Ik-doos / Ik-tas – Geef een kind een doos of tas mee naar huis om er voorwerpen in te stoppen. Op school vertelt hij over de voorwerpen en wat deze voor hem betekenen. Geef de doos of tas daarna door aan een volgend kind.
- Rap / lied / gedicht – Laat de kinderen een muzikale verwerking maken bij een onderwerp of thema dat speelt in de klas.
- Museum – Laat de kinderen hun gemaakte werk tijdens een thema een plek geven in de klas. Laat hen beschrijvingen toevoegen zodat duidelijk is wat zij hebben gemaakt. Geef hen de tijd om bij elkaars werk langs te lopen zoals in een museum.
- Poster / muurkrant / folder – Geef de kinderen de opdracht om informatie te verwerken in een poster, muurkrant of folder. Laat de helft van de groep bij hun poster staan en de andere helft rondlopen. Wissel daarna om. Zo kunnen zij elkaar ook tips en tops geven of vragen stellen.
- Tijdlijn – Gebruik een tijdlijn om kinderen bepaalde gebeurtenissen een chronologische plek te geven. Wissel tijdens de gezamenlijke afsluiting de tijdlijnen uit en laat deze door een andere groep op volgorde leggen. Laat de kinderen van wie de tijdlijn is, toelichten welke keuzes ze hebben gemaakt.
- Reclame – Laat de kinderen een reclame maken over een onderwerp dat past bij het thema. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van een korte pitch, een advertentie voor in de krant of een video voor op social media.
- Quiz – Daag de kinderen uit om de lesstof te verwerken in een quiz. Laat hen deze presenteren aan hun klasgenoten. Een quiz kun je op veel verschillende manieren maken. Denk aan quizvragen op losse kaartjes, een spelshow met echte quizmaster, of een digitale quiz via bijvoorbeeld Kahoot.it.
- Workshop – Zet kinderen in hun eigen kracht. Geef ze de opdracht om een workshop te maken voor de andere kinderen als zij affiniteit hebben met (een deel van) het thema. Daag hen uit om hun klasgenoten enthousiast te maken voor het onderwerp.
- Podcast / vlog – Oefen de omgang met digitale communicatiemiddelen door kinderen uit te dagen om een podcast of een vlog te maken over een onderwerp.
- Toneelstuk – Geef de kinderen de mogelijkheid om in kleine groepen een thema te verwerken via een toneelstuk of een korte sketch.
- Tekening / strip – Maak kinderen bewust van communicatie via beeld en tekst. Laat hen een tekening of strip maken waarvan anderen kunnen leren. Laat hen het eindresultaat presenteren aan de groep. Daag hen uit om gemaakte keuzes te verwoorden.
Bedenk welk doel je voor ogen hebt
Presenteren kun je aan veel verschillende soorten doelen koppelen. Wil je dat de kinderen zichzelf leren presenteren? Is het de bedoeling dat ze hun gemaakte werk aan elkaar laten zien? Of oefen je met spreekvaardigheid? Kies een presentatievorm die past bij het doel dat je beoogt te bereiken. Bij het variëren kun je ook proberen af te wisselen tussen gesproken, geschreven, of juist meer visuele presentaties.
Succescriteria
Als leerkracht bedenk je van tevoren welke doelen je voor ogen hebt en welke presentatievorm je daarvoor wil inzetten. Bespreek die doelen ook met de kinderen. Zo zorg je voor meer betrokkenheid en help je hen om richting te geven aan hun leerproces. Bovendien weten ze dan waarop ze feedback kunnen verwachten. Bij een presentatie komen die feedback en de evaluatie van de doelen vaak terug in een beoordeling. Denk aan het geven van tips en tops, een cijfer, of een ‘voldoende’ of ‘goed’. Toch is een beoordeling niet altijd op die manier nodig. Bijvoorbeeld als je wil dat de nadruk meer op de leerstof ligt, als je ruimte wil creëren om te oefenen, of als je kinderen meer plezier wil laten beleven aan presenteren.
Als je ervoor kiest om niet te beoordelen, bespreek dan nog steeds met de kinderen wat je van hen verwacht. Wat maakt een presentatie tot een succes? Welke aspecten zijn altijd belangrijk? En waar kunnen zij op letten tijdens het voorbereiden? In deze gratis download vind je een overzicht met succescriteria die de kinderen daarbij kunnen helpen. Naast elk criterium kan het kind zelf aankruisen of hij hier rekening mee heeft gehouden. Ook is er ruimte voor tips en tops. Die kun je in het voorbereidingsproces laten invullen door een klasgenoot, maar je kunt het overzicht zo ook zelf gebruiken om een formatieve beoordeling te geven.