Op deze pagina geven we toelichting over het gebruik van de Junioruniversiteit projecten in de praktijk.
Aan de slag met Junioruniversiteit
Bekijk in het project altijd eerst het introductiestuk ‘van de auteur‘, hierin vertelt de auteur van het project welke keuzes zij gemaakt heeft bij het schrijven en krijg je een globaal beeld van de inhoud. Vaak vind je hier ook handige tips om rekening mee te houden tijdens je voorbereiding.
Lees het hoofdstuk Rode draad, hierin wordt uitgelegd wat het terugkerend en motiverend element is tijdens de uitvoering van dit project. De rode draad neemt de kinderen mee langs de verschillende lessen en activiteiten uit het project. Bekijk welke voorbereidingen nodig zijn en leg alles klaar.
Een project duurt gemiddeld vier weken. Bekijk het Lesrooster om te zien welke lessen er aanbevolen zijn en welke activiteiten je los in kunt plannen. De aanbevolen lessen staan in de juiste lesvolgorde genoteerd, houd hier rekening mee tijdens het maken van je planning. Houd de Materiaallijst naast je planning voor een overzicht van de benodigde materialen zodat je deze van te voren kunt verzamelen.
Wanneer het project een spelhoek vereist wordt hier eveneens een planning voor beschreven. De spelhoeken worden stap voor stap met de kinderen opgebouwd. We raden je aan om per stap minimaal een week te plannen. Op deze manier heb je voldoende tijd om alle kinderen kennis te laten maken met de hoek en kunnen zij experimenteren en spelen met de onderdelen die beschikbaar zijn. Vervolgens geef je per week een nieuwe spelimpuls zodat het spel voor alle kinderen interessant blijft en je verschillende doelen aan bod kunt laten komen. Deze spelimpulsen staan stap voor stap beschreven.
Het is raadzaam vooraf alle lessen door te nemen. Lees in elk geval de startactiviteit en de slotactiviteit goed door. Dit geeft je een beeld van de opening en de afsluiting van het project. Dit zijn voor kinderen belangrijke ijkpunten en zorgen ervoor dat het thema echt bij hen gaat leven.
De projecten worden opgebouwd aan de hand van lessen geënt op wereldoriëntatie. Tijdens deze lessen staat het nieuwsgierig maken van de kinderen en het geven van kennisoverdracht centraal. Op deze manier krijgen ze handvatten om het thema eigen te maken. Er is tijdens deze lessen veel ruimte voor het stellen van vragen en we bieden de mogelijkheid voor kinderen om hun eigen leerproces te volgen. In elk project bieden we elementen die kinderen bewust maken van hun leerproces. We dagen ze uit om na te denken over hun eigen leervragen en laten hen achteraf beschrijven wat ze geleerd hebben. Door de hoge mate van eigen inbreng en het overzicht wat we bieden, zien we een hoge betrokkenheid bij de kinderen. Hun nieuwsgierigheid wordt geprikkeld en ze gaan vanuit zichzelf op zoek naar antwoorden.
Naast de lessen wereldoriëntatie bieden de projecten activiteiten voor bewegend leren en reken- en taalactiviteiten. Deze bieden lesdoelen behorend bij het specifieke leerjaar waarvoor het project is geschreven en zijn geënt op het thema van het project. Daarnaast zijn ze flexibel inzetbaar; je kunt ze klassikaal aanbieden of tijdens bijvoorbeeld een circuit. Op deze manier worden de kinderen tijdens meerdere vakken en op verschillende momenten meegenomen in het thema. Uit ervaring weten we dat dit zorgt voor een groter gevoel van beleving en het thema krijgt zodoende een duidelijke plek binnen de klas.
De projecten bieden een breed aanbod aan gevarieerde lessen waarbij de focus ligt op wereldoriëntatie. De nieuwsgierigheid en betrokkenheid die een boek kan oproepen bij kinderen, is voor ons het uitgangspunt tijdens de uitvoering van een project. Als richtlijnen voor de doelen binnen onze projecten kiezen wij voor de leergebieden van Curriculum.nu. Deze leergebieden sluiten goed aan bij onze visie en ondersteunen een brede kijk op wereldoriëntatie. De uitleg over de visie, de essentie en de uitwerking kun je lezen op de website Curiculum.nu.
In de praktijk
Tijdens de uitvoering van het project zul je verschillende begrippen, symbolen en iconen tegenkomen. Een les is opgebouwd uit een vast aantal elementen. Allereerst omschrijven we de minimale doelen die aan bod komen tijdens de activiteit. Daarna vind je een materiaallijst van de bijlagen en benodigde materialen, gevolgd door de lesvoorbereiding met instructies om de les te kunnen starten. We willen benadrukken dat het afdrukken van alle bijlagen niet altijd nodig is. Maakt de les bijvoorbeeld gebruik van woordkaarten of cijferkaarten die je al in je bezit hebt raden we aan deze te gebruiken.
De lesbeschrijving maakt gebruik van schuingedrukte tekst. Deze tekst spreek je hardop uit. De overige tekst is een beschrijving van hoe de les kan verlopen. Deze tekst wordt ondersteund door verschillende iconen met verschillende betekenissen.
Groeifases
De ontwikkeling van een kind is in beweging. We houden graag rekening met de verschillende fases waarin ze zich bevinden. Daarom bieden we in alle Junioruniversiteit projecten differentiatiemogelijkheden aan. We noemen dit groeifases. We spreken hierbij bewust niet van niveaus of sterren omdat we ons bewust zijn van het feit dat kinderen. In plaats daarvan ruimte nodig hebben op te groeien en zich te ontwikkelen. Op deze manier kun je als leerkracht per vakgebied en per kind bekijken in welk fase hij zich bevindt:
Groeifase 1:
In deze fase bieden we extra ondersteuning bij het basisaanbod voor kinderen die dit nodig hebben.
Groeifase 2:
Over het algemeen worden de activiteiten standaard beschreven in groeifase 2. Wanneer je dit icoon ziet, bieden we aanvullende suggesties op het beschreven lesaanbod.
Groeifase 3:
In deze fase bieden we suggesties voor extra uitdaging op het basisaanbod.
Lesdoelen
Junioruniversiteit ontwikkelt thematische projecten op basis van (kinder)boeken. Deze projecten bieden een breed aanbod aan gevarieerde lessen, waarbij de focus ligt op wereldoriëntatie. De nieuwsgierigheid en betrokkenheid die een boek kan oproepen bij kinderen, is voor ons het uitgangspunt tijdens de uitvoering van een project. Als richtlijnen voor de doelen binnen onze projecten hebben we ervoor gekozen te kijken naar de leergebieden van Curriculum.nu. Deze leergebieden sluiten goed aan bij onze visie en ondersteunen een brede kijk op wereldoriëntatie. De uitleg over de visie, de essentie en de uitwerking kun je lezen op de website Curiculum.nu.
Wij van Junioruniversiteit willen kinderen goed voorbereiden op hun toekomst en daarom zijn er landelijk doelen voor het onderwijs vastgesteld waarin wordt beschreven wat ze moet kennen en kunnen. De doelen van Curriculum.nu richten zich op negen leergebieden en gaan over de inhoud van het onderwijs, niet over de manier waarop de vakken worden gegeven. Per leergebied zijn er steeds drie stappen ontwikkeld:
- Een visie op het leergebied
- De essenties van het leergebied geformuleerd in grote opdrachten
- Een uitwerking van de grote opdrachten in kennis en vaardigheden
Deze drie stappen worden de bouwstenen genoemd. Per leergebied vertellen we je wat deze bouwstenen precies zijn. De uitwerking in kennis en vaardigheden (bouwstenen) vind je in een apart document. Junioruniversiteit gebruikt de grote opdrachten als uitgangspunt voor de projecten. Daarin ligt ruimte voor eigen interpretatie. Natuurlijk spelen de bouwstenen ook een belangrijke rol bij het vaststellen van ons lesaanbod. Desalniettemin leren kinderen uiteindelijk meer dan ooit in doelen vastleggen kan worden als je bereid bent een brede blik te houden in plaats van een tunnelvisie te hanteren. Wij willen kinderen leren over de wereld zonder daarbij te veel af te kaderen.
Een uitgebreide toelichting over de doelen kun je vinden op onze aparte doelen pagina.
Iconen in projecten
Bij Junioruniversiteit maken in de projecten gebruik van verschillende iconen. De uitleg bij deze iconen staat hieronder beschreven.
Voorbeeld: Geeft een concreet voorbeeld van bijvoorbeeld de instructie.
Verdiepingsvragen: Vragen die de kinderen dieper laten na denken over het onderwerp.
Gespreksvragen: Vragen om samen met de kinderen het onderwerp te ontdekken en bespreken.
Tip! Een suggestie die past bij de les om bijvoorbeeld een extra verwerkingsoptie te geven of het doel op een ander moment terug te laten te komen.
Suggesties: Voorbeelden die je kunt inzetten om de activiteit uit te voeren.
Stellingen: Praktische voorbeelden van stellingen die je de kinderen direct aan kunt aanbieden.
Simpel en snel: Een verkorte beschrijving van de instructie die beschreven is in de les. Lees deze beschrijving bijvoorbeeld nog een keer door vlak voordat de les wordt gegeven.
Rode draad: Terugkerende factor die zorgt voor een hoge betrokkenheid bij de kinderen. De handeling die hoort bij het uitvoeren van deze factor staat hier beschreven.
Proefje: Een praktisch experiment dat de inhoud van de instructie ondersteunt.
Oplossing: Het antwoord van de opdracht waaraan de kinderen werken.
Materialen: Benodigdheden die noodzakelijk voor de uitvoering van de les.
Let op! Een belangrijke factor die niet vergeten mag worden tijdens het uitvoeren van de activiteit.
Instructie: Uitleg die de kinderen nodig hebben om aan de slag te gaan.
Lesrooster: Een schematische weergave van de lessen en activiteiten die aangeboden worden in het project.
Filosofie: Een onderdeel van de les waarbij de kinderen nadenken over hun eigen overtuigingen en visie.
Evaluatie: Handvatten om met de kinderen te reflecteren op hun aangeleerde kennis.
Brainstorm: Het verzamelen van ideeën bij een onderwerp.
Achtergrondinformatie: Aanvullende informatie bij een activiteit of les. Deze informatie stelt de leerkracht in staat om een verdiepende instructie te bieden bij de informatie uit het boek.
Buitenles: Een activiteit die buiten plaatsvindt.