Agnes Dijkstra is ambassadeur van Junioruniversiteit en werkt op KC Hendrik Wester in Oude Pekela. Ze werkt in groep 3 en is daarnaast onderbouwcoördinator. In deze blog vertelt ze over een beredeneerd aanbod, het werken aan de hand van leerlijnen en hoe dit vorm krijgt in haar groep 3.
Beginsituatie
Al een aantal jaren merkten we dat de overgang tussen groep 2 en 3 als groot werd ervaren door de kinderen. De overgang verliep niet soepel, maar vrij abrupt. Dit hebben we grotendeels al een stuk verminderd door het thematisch leren in groep 3 te implementeren. Kinderen leren, met name in de middag, aan de hand van een thema. In de ochtenden werkten we nog veel vanuit de methodes. Tijdens het thematisch werken, focussen we ons op doelen die we passend maken binnen het thema en minder op de methodes. We merkten dat kinderen zo enthousiast reageerden op het werken vanuit thema’s en doelen, dat we de volgende stap wilden zetten: werken vanuit leerlijnen.
Werken met leerlijnen
In de kleutergroep werken we al jaren vanuit leerlijnen. Op KC Hendrik Wester gebruiken we de Leerlijnen Jonge Kind uit Parnassys. Deze bestaan uit de leerlijnen rekenen, taal, motoriek, spel en sociaal-emotioneel. Het fijne aan het werken met deze leerlijnen is dat je ze geschikt kunt maken voor je eigen school en groep. De basis staat vast, maar je kunt zelf leerdoelen toevoegen, versterken en combineren of juist uit elkaar halen. Inmiddels hebben ze ook leerlijnen voor groep 3 uitgewerkt en daar werken wij sinds een jaar mee.
Het werken met leerlijnen in groep 3 is voor ons te vergelijken met de aanpak van de kleutercollega’s. Wij verdelen het schooljaar in periodes, vaak van vakantie tot vakantie. Aan deze periodes koppelen we een thema, deze liggen niet per se vast, maar geven ons een houvast gedurende het jaar.
Aan het begin van een periode maken wij een themaplanning. Hierin noteren we de doelen waar we de komende periode aan gaan werken en de manier waarop we dit willen gaan doen. Deze laatste stap doen wij heel bewust. Waar zien we kansen in spel? En welke doelen vallen al binnen onze routines? Daarna blijven er doelen over, deze plannen we in activiteiten. Dit kunnen activiteiten zijn vanuit een methode, maar ook activiteiten die passen binnen het thematisch onderwijs. Hieronder volgt een voorbeeld van een gedeelte van onze afgelopen themaplanning. Ik richt mij nu vooral even op de rekendoelen.
Thema: Beestenboel
Periode: voorjaar- tot meivakantie |
||
Doelen rekenen | ||
Doel: | Spel: | Geplande activiteiten |
Telrij: kan de getallen 0 t/m 100 lezen en uitspreken. | Bewegend leren: ren je rot
Rekenkast |
Werkboek taken
Junior tientallen/ dieren van de savanne |
Bewerkingen: kan een som uit een verhaal halen en een verhaal uit een som. | Rekenkast | Werkboek taken
Kring: verhaalsommen met dieren |
Meten: kan meten met een meetlint van een meter. | Dieren meten op schoolplein | |
Meetkunde: vouwwerk navouwen van een voorbeeld met een vouwreeks van enkele stappen. | Vouwen olifant/leeuw | |
Sleepdoel: telt verkort met sprongen van vijf. | Springen op schoolplein | Junior stap, steen, spring! In rekencircuit |
Hierboven zie je een aantal doelen die we in deze periode behandelen en de wijze waarop ik deze wil gaan aanbieden. De eerste twee doelen zijn in onze methode eerder al aangeboden en worden op dit moment herhaald. Wij werken met de methode Wereld in Getallen. Daarnaast bied ik herhaling aan in de vorm van spel en geplande activiteiten, omdat ik merk dat een groot gedeelte van mijn groep dit nog lastig vindt. Zo gaan we op het schoolplein een parcours uitzetten en volgen de kinderen deze met een getallenkaartje totdat ze bij de juiste plek uitkomen. Uit twee verschillende Junioruniversiteit projecten heb ik activiteiten gehaald die ook aansluiten bij dit doel. Zo gaan de kinderen spelenderwijs en thematisch aan de slag met dit doel.
Het leerdoel voor meten komt weinig tot niet voor in onze methode. Voor dit doel bedenk ik zelf regelmatig activiteiten. Zo gaan we nu, aan de hand van leesteksten over verschillende dieren, de lengte van dieren uitmeten op het schoolplein, met een meetlint van een meter. Dit geldt eigenlijk ook voor het doel van meetkunde: deze komt in onze methode helemaal niet voor. Ik zorg ervoor dat er elk thema iets te vouwen valt en dit thema mogen ze kiezen tussen een olifant of een leeuw.
Het laatste doel is een sleepdoel. Dit is een doel van de vorige periode die de groep nog niet heeft behaald. In het geval van mijn groep gaat dit om meerdere kinderen, waardoor ik hem benoem in mijn themaplan. Deze kinderen hebben met name inoefenen nodig. Ook nu ga ik met ze aan de slag op het schoolplein; een stap is 1 en een sprong is 5. Daarnaast heb ik hier ook weer een activiteit vanuit Junioruniversiteit project gevonden. Ditmaal uit het project Getallenstad. Deze beid ik aan in mijn rekencircuit bij het onderdeel spel. Het fijne aan deze activiteit is dat ik makkelijk kan differentiëren met mijn groep. De kinderen die dit doel nog niet hebben behaald maken sprongen van 5 t/m 20. Maar de kinderen die dit al wel kunnen, gaan nu een stap verder en tellen met sprongen van 5 t/m 30 of 50.
Volgen van kinderen
Nadat de themaplanning is gemaakt, starten we met de uitvoering. Tijdens deze uitvoering observeren we de kinderen goed; wat lukt al wel en wat nog niet? We letten dan met name op wat zelfstandig lukt. Als kinderen het samen met de leerkracht kunnen, maar zelfstandig nog niet, wordt het doel als niet behaald gezien en hebben ze dus extra tijd en/of oefening nodig om dit doel te behalen. De doelen die behaald zijn, vink ik af in Parnassys.
Op KC Hendrik Wester werken we volgens het PDCA-cyclus. Hierdoor waarborgen we ons onderwijs aan het jonge kind. Door te werken met de PCDA-cyclus werken we cyclisch in 4 stappen. De eerste stap is plannen. We maken een themaplanning voor een bepaalde periode en noteren hierin de doelen waaraan we de komende periode willen werken. Hier worden ook de nog niet behaalde doelen in meegenomen en de doelen voor individuele leerlingen. Zo zij we ons, voorafgaand aan een thema, al bewust aan het nadenken hoe we ons onderwijs de komende periode gaan vormgeven. Nadat de doelen zijn genoteerd, kijken we op welke manier we deze doelen gaan aanbieden. Doen we dit vanuit de methode, vanuit spel of andere bronnen?
Nadat de planning is gemaakt volgt de tweede stap; do. Dit is het uitvoeren van het themaplan. We gaan aan de slag met ons vooraf bedachte themaplanning, maar sturen tussendoor ook bij. Onze themaplanning is een werkdocument. Dit betekent dat, als er tijdens de uitvoering dingen opvallen, we hier wel op inspelen. We passen dit eventueel ook aan in onze themaplanning. Een voorbeeld hiervan kan zijn dat een meisje met een ketting op school komt waarin een heel duidelijk patroon te zien is. De rest van de groep gaat hier volledig op in. Dan is het zonde om dit doel niet mee te nemen in je themaplanning. Maar het kan ook zijn dat een doel te hoog gegrepen is en je een stapje terug moet met de groep. Ook dit wordt meegenomen in de themaplanning. Tijdens de uitvoering observeren we veel. Deze observaties worden in een logboek genoteerd, zodat je aan het einde van het thema, tijdens de evaluatie, dit makkelijk terug kunt vinden.
De derde stap van de PCDA-cyclus is check. We controleren of kinderen het leerdoel behaald hebben of nog wat extra tijd nodig heeft. Dit checken doen we op verschillende manier, afhankelijk van het leerdoel. Dit kan in de vorm van toetsen zijn of observaties. Soms gebruiken we ook verwerkingsopdrachten van lessen als manier om te checken of een kind het doel behaald heeft.
Dan volgt de laatste stap: act. Je handelt naar wat je bij de vorige stap is opgevallen. Vindt de hele groep een bepaald doel nog lastig? Dan neem je dit mee in de themaplanning voor de volgende periode. De kinderen krijgen dan de tijd om nogmaals aan dit doel te werken. Dit is wat ik een sleepdoel noemde in de alinea over het maken van een themaplanning. Als alle kinderen van de groep het doel behaald hebben en het doel is afgevinkt, hoef je dit niet nogmaals op te nemen in de volgende themaplanning. Dit betekent overigens niet dat je niks meer met dit doel doet. Kinderen krijgen nu de tijd om dit doel te automatiseren. Denk hierbij aan splitsingen bijvoorbeeld.
Als er binnen de groep een individueel kind een doel nog niet heeft behaald, wordt ook hierin bijgestuurd. Dit kind krijgt de komende periode extra tijd en instructie om dit doel alsnog te halen. Ook kan het zijn dat je een groepje kinderen clustert, zodat ze gezamenlijk aan een nog niet behaald leerdoel kunnen werken.
Na de laatste stap begint de cyclus weer opnieuw. Zo werken we gedurende het schooljaar cyclisch aan het vormgeven van ons onderwijs.
Ik heb het in mijn blog vooral gehad over de leerlijnen die wij gebruiken, namelijk die van Parnassys, maar je zou dit met alle leerlijnen die beschikbaar zijn kunnen doen. Ik hoop je inspiratie te hebben gegeven om dit zelf toe te passen.
Heb je vragen, zoek dan gerust contact via Instagram: @juf_agnes of via Junioruniverstiteit.nl