Inspiratieblog: Speel een (gezelschaps)spel!

Wist je dat Junioruniversiteit in samenwerking met Heutink Onderwijs educatieve spellen ontwikkelt? En wist je dat de kans heel groot is dat de spellen die je thuis in de kast hebt staan ook aansluiten bij een leerdoel in je klas? Spelletjes spelen kan naast een gezellig, ook een leerzaam moment zijn. In deze blog vertelt Nena Heesakkers, ambassadeur van Junioruniversiteit en leerkracht bij Stichting Rijdende School, hoe je spellen in kan zetten ter ondersteuning van je onderwijs.

Voordelen

Wist je dat het spelen van spelletjes goed is voor je gezondheid? Hier zijn verschillende onderzoeken naar gedaan. Zo houdt het spelen van spellen je hersenen actief, wat een goede afleiding is wanneer je gestrest bent. Ook verhoogt het je endorfine, dit is een stofje wat voor een gelukkig gevoel zorgt. Daarnaast zorgt het spelen van een spel voor verbinding. Niet alleen bij samenwerkingsspelen, maar ook door het kletsen wat vaak tussen het spelen door gebeurt. Dit is voor mij één van de redenen waarom ik in mijn werk op elke leslocatie een spelletjeskast probeer in te richten in de school. Deze spelletjes selecteer ik naar aanleiding van de samenstelling, zoals de leeftijden van de kinderen, het thema en/of de leerdoelen.

Het is natuurlijk vanzelfsprekend dat kinderen tijdens het spelen van een spel werken aan hun sociale en gedragsvaardigheden. Ze leren samen te werken, op hun beurt wachten, om te gaan met winst en verlies en andere tactische inzichten.

Taal- en leesdoelen

Het leren tijdens het spelen van een spel begint al bij het lezen van de spelregels. Dit vraagt een mate van begrijpend lezen. Mijn persoonlijke valkuil is dat ik het spel zelf uitleg aan de kinderen, waardoor ik al best wel wat leerkansen laat liggen. Dit geldt natuurlijk niet voor een spel wat al bekend is. Dan is een minimale uitleg in de vorm van een opfrissing soms al voldoende. Denk bijvoorbeeld aan 30 Seconds. Hierin zitten verschillende taaldoelen zoals mondelinge taalvaardigheid en woordenschat. Ook met het bekende spel ‘Wie is het?’ wordt de mondelinge taalontwikkeling aangesproken met de onderliggende subdomeinen luisteren, spreken en gesprekken voeren.

Taalspellen die nog op mijn wensenlijstje staan? Het raadspel ‘Wat ben ik?’ en het dobbelwoordspel ‘Trice’.

Rekendoelen

Met Sprongen Vooruit, Drempelspellen, maXimaal. Deze spellen zijn speciaal ontwikkeld ter ondersteuning van het rekenonderwijs. Veel leerkrachten bij ons nemen hun eigen kaartset UNO mee de school in, maar ik vind het juist de uitdaging de kinderen kennis te laten maken met minder bekende spellen. Als daar dan een rekendoel aan te koppelen is, is dat voor mij een win-win situatie.
Een jaar geleden ontving ik een spellenpakket en leerde ik onder andere ‘Cabanga’ kennen. Naast dat het ook voor mij erg leuk was om een nieuw spel te ontdekken, was het een mooie oefening voor groep 3 om de buurgetallen tot en met 18 te oefenen. Een stapje verder gaat het spel ‘Take5!’. Hierin zitten kaarten tot en met 104, wat eind groep 3 en 4 een mooie oefening is voor het inoefenen van de telrij.

Wil je de bovenbouw meer uitdagen? Laat ze dan met elkaar, of eigenlijk tegen elkaar, het spel ‘7ATE9’ spelen waarbij ze zo snel mogelijk sommen met +1, +2, +3 en -1, -2, -3 op moeten lossen. Klinkt makkelijk? Ik daag je uit het te proberen!

Spellen met een twist

Misschien kende je (een deel van) bovenstaande spellen al. Maar denk ook out-of-the-box en geef een draai aan bekende spellen om er een ander leerdoel aan te koppelen.
o 30 Seconds: oefen woordenschat door de themawoorden te beschrijven en natuurlijk te raden.
o Wie is het?: vervang de personages door historische figuren uit de geschiedenis en laat ze hun geleerde kennis toepassen door het stellen van ja-neevragen.
o Set speelkaarten/UNO/LAMA: haal de kaarten met afbeelding of bijzondere regel uit het spel. Laat de kinderen tegelijkertijd een kaart opgooien. Wie kan het snelst een som van de kaarten maken? Oefen in groep 3 met het optellen en aftrekken van de kaarten en vanaf groep 4-5 met tafelsommen.
o Twister: schrijf woorden horend bij spellingscategorieën op de kleuren van de mat. Draai aan de schijf en geef de kinderen de opdracht een hand of voet te plaatsen op een woord bij een bepaalde categorie. Of oefen verschillende vervoegingen voor werkwoordspelling.
o Twister: schrijf getallen op de stippen, noem twee tientallen en de kinderen zetten een hand of voet op een getal dat tussen het tiental hoort. Of geef een deel van een splitsing en laat de kinderen het getal bedekken wat bij de splitsing hoort. Denk aan de hogere groepen aan het omzetten van breuken, kommagetallen en/of procenten
o Jenga: oefen topografie met het spelen van Jenga. Schrijf op de blokjes verschillende plaatsnamen of landen. Wanneer de kinderen een blokje uit de stapel trekken moeten zij benoemen in welke provincie of land de plaatsnaam ligt. Draai de oefening om en laat ze juist een plaatsnaam noemen bij de provincie of het land.

Spelmomenten creëren

Zorg dat je de spellen kent die je in de klas hebt staan. Creëer bewust momenten om spellen aan te bieden. Geef de kinderen met minimale uitleg een spellendoos. Stimuleer hen zelf het spel op te starten en gaandeweg het te leren spelen. Organiseer ook eens een spelletjesmiddag en laat kinderen spellen van thuis meebrengen. Zo leren zij, en jij als leerkracht, nog meer spellen kennen. Maak de eigenaar van het spel de spelleider. Geef hem of haar de verantwoordelijkheid om het spel uit te leggen en ervoor te zorgen dat het goed verloopt.

Met deze blog hoop ik je te hebben geïnspireerd om meer spellen mee de klas in te nemen en deze bewust in te zetten. Ook ik word graag geïnspireerd met nieuwe spellen en spelvormen. Voer je één van de gegeven ideeën uit of wil je zelf een spelsuggestie delen? Laat het me vooral weten via mijn Instagram @juf.nena. Veel speelplezier!