Meriël Bouwman is leerkracht op basisschool Sint Jan in Breezand en ambassadeur van Junioruniversiteit. Ze geeft les aan groep 3. In januari stond Junioruniversiteit op de NOT. Ik was twee dagen aanwezig in de stand en heb veel leerkrachten gesproken over het onderwijs. Dit ging over het inzetten van de projecten en spellen van Junioruniversiteit, maar ook over het onderwijs in algemene zin. Mij viel op dat ik tijdens deze gesprekken meerdere keren dezelfde reactie kreeg op mijn verhaal over hoe ik het onderwijs in groep 3 vormgeef. Vooral als ik vertelde dat de kinderen in mijn groep elke middag mogen spelen. Reacties als: ‘Hoe doe je dat dan met je rooster?’ en ‘Vind je dat niet zonde van de lestijd?’ waren voor mij de aanleiding om deze blog te schrijven.
Leren door middel van spel
In mijn groep 3 wordt er het gehele schooljaar nog veel gespeeld. In de ochtend besteden we de meeste tijd aan rekenen en lezen. We werken hierbij minimaal in een werkboek en vooral handelend en spelenderwijs.
Ik geloof erg in het spelend leren, kinderen leren door middel van spel en verwerken wat zij hebben geleerd in spelsituaties. Dit is ook veel terug te vinden in de theorie. “Kinderen ontwikkelen en leren door activiteiten die hun interesse hebben en waarin ze samen met anderen betrokken zijn. … Ze ‘spelen’ de echte wereld. Daardoor groeien ze, leren ze de wereld kennen en verwerven ze vaardigheden. … In onze visie is spelen essentieel in de ontwikkeling van jonge kinderen.” (Bron: Frea Janssen Vos) Jonge kinderen leren de wereld kennen door wat zij zien en meemaken na te spelen.
Mijn rooster
Om half negen start ik in de kring en geef ik de leesinstructie. Wij werken volgens het blokkenmodel van de methodiek LIST. Aan het einde van deze instructie leg ik aan de kinderen uit welk werk zij vandaag gaan maken. Daarna is het tijd voor de opening van de dag. Tijdens dit moment bekijken we de dagplanning en welke dag het vandaag is. Ook hebben we gesprekken met elkaar en is er ruimte voor alles wat er bij de kinderen leeft. Na het kringmoment gaan we spelen en leren. De kinderen gaan aan de slag met het werk wat ik heb uitgelegd. Zij mogen zelf weten waar ze mee gaan beginnen en werken zelfstandig. De kinderen maken het werk en laten dit open op tafel liggen. Ik loop rond en kijk gelijk na. Zo krijgen de kinderen directe feedback op hun werk. Als zij het werk afhebben pakken zij hun leesboek en zandloper van 10 minuten. Na het zelfstandig lezen, kiezen zij van een speciaal kiesbord een taal of leesspel. Op dit bord staan bijvoorbeeld de spellen van Junioruniversiteit, magnetische letterborden, loco kaarten, verschillende memory spellen, stempelen en schrijven. Tijdens dit moment is er ook tijd om aanvullende materialen te maken voor de hoeken. Denk aan openingsbordjes voor een winkel of naamborden voor een dierentuin. Ook worden er veel verhalen geschreven over wat de kinderen leren tijdens het thema. Geregeld geef ik de kinderen hier een opdracht voor, maar de kinderen doen dit ook veel uit zichzelf. Ik heb altijd schrijfpapier of boekjes liggen die de kinderen hiervoor kunnen pakken.
Rond 10 uur gaan we met elkaar eten en drinken en lees ik voor. Daarna is het tijd om buiten te spelen. Ik speel met mijn groep een half uur tot drie kwartier buiten. Tijdens het buitenspelen doe ik een korte bewegend leeractiviteit. Dit is altijd herhaling van de lesstof, zo laat ik op een speelse en bewegende manier verschillende onderwerpen nog eens langskomen. Na het buitenspelen gaan we rekenen. Dit doen we in de kring, vooral met echte materialen en ik gebruik vaak wisbordjes. Na de instructie verwerken de kinderen dit in het werkboek, maar hierin maak ik altijd een keuze. Ik vervang geregeld opdrachten door bewegend leeractiviteiten of bijvoorbeeld actiebladen.
Rond half 12 gaan de kinderen eten in de klas. Ook nu lees ik weer voor of klets ik met de kinderen. Om 12 uur gaan de kinderen en half uur naar buiten, samen met de rest van de school. Ik heb op dit moment een half uur pauze. Om half 1 start ik met de hele groep in de kring. De start van de middag staat in het teken van het thema of van bijvoorbeeld kanjertraining. Ook doen we drie keer per week nog een spellingles. Daarna is er tijd om te spelen.
Inhoud van het spel
Tijdens het spelen in mijn klas wordt er niet alleen maar ‘vrij’ gespeeld. Er is een opbouw in het spel wat ik aanbied. Met de kinderen bouw ik een thema op en bedenken we wat we willen leren, maar ook wat we willen spelen. In de hoeken speel ik mee en door deze spelbegeleiding geef ik de kinderen spelimpulsen om het geleerde terug te laten komen in het spel. Spelimpulsen kunnen een probleemstelling zijn, maar ook een opdracht of een uitdaging. In de hoeken probeer ik de doelen waar we ‘s morgen aan hebben gewerkt terug te laten komen. Voorbeelden hiervan zijn:
– Tijdens het thema ‘lekker in je lijf’ leren de kinderen van alles over hun lijf. Tijdens dit thema hebben we een ziekenhuishoek gemaakt. Een van de kinderen heeft met zijn moeder een filmpje gemaakt in de operatiekamer van het ziekenhuis. In het filmpje leren we dat er in een operatiekamer een whitebord hangt waarom wordt geschreven welke instrumenten tijdens een operatie gebruikt worden. Aan het einde van de operatie wordt gecontroleerd of alle instrumenten weer uit de patiënt zijn verdwenen. Tijdens het spel komen de kinderen naar mij toe: “Juf, wij hebben ook een bord nodig om op te schrijven welke spullen we tijdens een operatie gebruiken.” Natuurlijk voegen we dit toe. De kinderen schrijven dit zelf op.
– In de ziekenhuishoek maken de kinderen een afspraak om langs te komen. De kinderen vertellen elkaar hoe laat ze langs mogen komen. In de hoek staat een oefenklok waarop de tijd zichtbaar is en veranderd kan worden. Tijdens het meespelen bel ik naar de kinderen in de huishoek, ik vraag of ik over een uur langs kan komen. Er wordt geantwoord dat dit wel kan. Ik laat de kinderen de tijd van de afspraak noemen. Op deze manier oefen ik met de kinderen die daar spelen het doel: de wijzers van de klok een uur later zetten.
– In de ziekenhuishoek schrijven de kinderen op een patiëntenkaart wat de diagnose van de patiënt is. Hier komt schrijven en lezen terug.
– In de feestwinkel worden feestartikelen verkocht. Alle artikelen hebben een prijskaartje gekregen. We hebben gekozen voor bedragen onder de tien euro. De kinderen bij de kassa rekenen uit wat iemand moet betalen. De kinderen oefenen hier + sommen.
– Bij de savanne speeltafel worden allerlei hokken gebouwd voor de dieren. De kinderen vertellen dat de rangers op de savanne langs komen om de dieren te voeren. Hier speel ik op in door met de kinderen voeder kaartjes te maken. Een voorbeeld hiervan is dat een ranger 10 blaadjes mee heeft. Hij weet dat een volwassen giraf 6 blaadjes eet, hoeveel blaadjes kan de jonge giraf dan nog eten? De kinderen zijn hier op een speelse manier met splitsen bezig. De kinderen pakken uit zichzelf geregeld deze opdrachtenkaartjes erbij. Niet iedereen doet dit altijd en dat is ook prima. Als ik meespeel probeer ik kinderen altijd uit te lokken om wel met deze doelen bezig te zijn.
– In de bouwhoek mogen de kinderen altijd papier pakken om bij hun gebouw zelf dingen te maken. Er ligt altijd een rol schilderstape waarmee de kinderen bijv. naambordjes of huisnummer op de blokken kunnen plakken. De kinderen weten dit en doen dit vaak.
Speel je mee?
Speeltijd is in mijn ogen geen verloren tijd, de kinderen verwerken tijdens het spelen alles wat ze hebben geleerd. Ook past het bij de belevingswereld van het jonge kind. Ik ervaar dat de kinderen op deze manier prettig tot leren komen. De activiteiten die we doen zijn kort, maar effectief en daarna is veel tijd voor verwerking. Ik heb tijdens deze momenten genoeg tijd om alle kinderen aandacht te geven en met specifieke kinderen nog iets te herhalen of te oefenen.
Ik hoop dat ik je heb kunnen inspireren om de kinderen in jouw groep ook te laten spelen. Als je na het lezen van deze blog nog een vraag hebt, kun je deze altijd aan mij stellen. Je kunt mij vinden op Instagram als @jufmeriel. Op Instagram neem ik je geregeld mee mijn groep in.