Ambassadeur Sanne verwonderde zich tijdens een bezoek aan een museum over de betrokkenheid van een aantal kinderen. Zij werd nieuwsgierig naar het onderwerp betrokkenheid en besloot zich er verder in te verdiepen. Wat doet betrokkenheid met kinderen? En hoe kan zij er voor zorgen dat ze dit ook terug ziet in haar unit 3/4?
De laatste vrijdag van mijn zomervakantie brachten wij een bezoek aan het Maritiem Museum in Rotterdam. Op de bovenste etage van het museum bevindt zich, zowel binnen als buiten de wereld van Kapitein Plons. Een geweldige omgeving voor kinderen, er zijn allerlei schepen om in te spelen. Buiten is een stukje van de Rotterdamse Haven nagebouwd inclusief kraan, containerschip, containers, kruiwagens, hesjes en helmen. Rondom zijn bankjes geplaatst in de vorm van een steiger. Ik ben gaan zitten en heb mijn ogen uitgekeken. Niet alleen naar onze eigen kinderen van 3 en 5 jaar, maar eigenlijk gingen alle kinderen helemaal op in hun eigen spel. Alleen of met een aantal anderen. Ik zag kinderen die met veel concentratie bezig waren en energie uitstraalden. In hun mimiek en houding zag je dat ze enerzijds heel serieus met hun taak bezig waren maar ook ten volste genoten. Ik realiseerde mij dat dit is hoe hoge betrokkenheid er uit kan zien. Ik kon mij meteen voorstellen dat de kinderen allemaal iets hebben geleerd over schepen, containers of de Rotterdamse Haven.
Wat ik mij tegelijkertijd realiseerde is dat je ieder kind deze betrokkenheid gunt. Ieder kind heeft het recht om betrokken tot leren te komen. Daarnaast kwam in mij ook meteen de vraag naar boven: is betrokkenheid altijd een voorwaarde om tot leren te komen?
Wat is betrokkenheid?
Laevers (2016) omschrijft betrokkenheid als een toestand waar een kind zich in kan bevinden wanneer hij of zij op een intensieve manier met iets bezig is. Kinderen worden opgeslurpt in een hoge concentratie en vergeten alle tijd. De manier waarop ze bezig zijn verraadt een mentale activiteit. Ze staan open voor wat de omgeving hen te bieden heeft en zijn van binnen uit gemotiveerd om aan de slag te gaan. Er ontstaat steeds meer grip op de werkelijkheid. Wanneer kinderen betrokken bezig zijn bewegen zij zich op de grens van hun mogelijkheden. Vandaar dat betrokkenheid een uniek kenmerk is die bij uitstek ontwikkeling in de diepte of fundamenteel leren realiseert. Betrokkenheid speelt zich altijd af in de zone van de naaste ontwikkeling.
Ik zie dit in de klas vooral terug bij spelactiviteiten. Maar ook bij Tom, een jongen uit groep 3 die vastberaden was om keersommen te leren. We hebben het idee achter keersommen samen besproken en ik heb hem wat spellen gegeven om te oefenen. Elk vrij moment ging hij hier heel serieus mee aan de slag. Eind groep 3 haalde hij heel trots zijn tafeldiploma. Een mooie voorbeeld van betrokkenheid.
Verschillende soorten betrokkenheid
Betrokkenheid kan worden onderscheiden in drie verschillende soorten. De eerste is gedragsmatige betrokkenheid, je doet dan wat er van je wordt gevraagd. Bij de emotionele betrokkenheid voel je je ook betrokken bij wat je doet. Bij de laatste gaat het erom dat je je graag inspant om iets te leren, cognitieve betrokkenheid.
De aanwezigheid van emotionele en cognitieve betrokkenheid zorgen voor een goede voorwaarde voor kinderen om te leren. Om bovenstaande vormen van betrokkenheid te laten zien moet een kind zich allereerst veilig voelen in de omgeving van de school, klas en bij jou als leerkracht. De gouden weken geven hier een goede eerste aanzet voor. Maar ook na het creëren van een veilige omgeving is niet elk kind meteen emotioneel of cognitief betrokken. Een andere belangrijke voorwaarde is de omgeving, deze moet uitnodigend en uitdagend zijn.
Als aan bovenstaande voorwaarden zijn voldaan dan is er een kind te zien die helemaal opgaat in de activiteit of zijn omgeving. Het kind is heel geconcentreerd bezig, met een grote mate van vasthoudendheid en nauwkeurigheid. Het kind zoekt op een creatieve manier naar oplossingen en heeft plezier in wat hij of zij doet.
Hoe kan betrokkenheid worden gemeten?
Als betrokkenheid bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen dan streef je als leerkracht natuurlijk naar een zo hoog mogelijke betrokkenheid van alle kinderen. Om hier inzicht in te krijgen kun je de kinderen observeren, het liefst op een aantal verschillende momenten. Wanneer het duidelijk is welke kinderen hoog betrokkenen zijn en welke juist veel minder dan kun je hier op inspelen.
Tweemonds heeft een mooi beslissingsschema ontwikkelt om betrokkenheid te observeren. In het schema zijn de scores van 1 tot en met 5 terug te vinden. Vanaf een score van 4 of 5 zijn kinderen betrokken bij de activiteit. Kinderen die lager scoren vragen een actie van jou als leerkracht, er kan met enige zekerheid worden vastgesteld dat deze kinderen niet tot leren komen.
Het schema kan worden ingezet op een aantal vaste momenten. Goed is om na te denken op welke momenten je de kinderen gaat observeren. Tijdens een spelactiviteit is er misschien een andere betrokkenheid dan tijdens een lees- of rekenles. Ik denk dat het schema helemaal van grote waarde is als je de kinderen gedurende de hele dag scant op punten uit het schema. Op deze manier kun je als leerkracht snel handelen en aansluiten bij de behoefte van de groep of een kind in het bijzonder.
Hoe kan betrokkenheid worden verhoogd?
Als leerkracht is er een belangrijke rol weggelegd als het gaat om het creëren en verhogen van de betrokkenheid bij kinderen. Het mooie aan bovenstaand schema is dat het tweeledig is. Aan de ene kant laat het de betrokkenheid van de kinderen zien maar anderzijds is het ook een mooi reflectiemodel voor jou.
Afgelopen schooljaar was er een moment waarbij het beslissingsschema betrokkenheid zeer waardevol was voor mij. Jesse een jongen die erg van lezen houdt en altijd vol enthousiasme nieuwe letters wilde leren, was op een dag heel afwezig. Hij zat alleen maar uit het raam te staren. Ik ging het gesprek met hem aan en hij vertelde mij over een probleem thuis. Waar ik vervolgens rekening mee kon houden. Zonder dit schema was mij dit misschien wel opgevallen maar had ik wellicht minder snel actie ondernomen.
Een ander voorbeeld waar ik achter kwam doordat ik bovenstaand schema in mijn achterhoofd had, was dat de leerstof voor Mila veel te makkelijk was. Logisch dat zij niet betrokken was. Met deze kennis kon ik voor haar beter differentiëren.
Betrokkenheid wordt vergroot als een thema of leerstof persoonlijke waarde heeft voor kinderen, hun intrinsieke motivatie wordt dan aangesproken. Kinderen worden nieuwsgierig en willen graag meer of nieuwe kennis op doen en vaardigheden leren die hun verder helpt. Hoe groter de betrokkenheid, hoe groter ook de leerervaringen. Wanneer kinderen zelf voor een activiteit kiezen zijn zij vaak ook meer betrokken. Als leerkracht moet je bij het aanbieden van een activiteit goed weten wat er speelt bij de kinderen om zo goed te kunnen aansluiten bij de behoeftes. Betrokkenheid bevindt zich altijd in de zone van de naaste ontwikkeling. Kinderen die ideeën en suggesties toevoegen aan die van jou als leerkracht laten echte betrokkenheid zien. Juul, een meisje uit begin groep 3, is heel betrokken bij het leren lezen. Op het bord stonden de woorden ik en sim. Juul geeft als toevoeging met het woordje ben ertussen staat er: ‘ik ben sim’. Dan past het beter in een boek juf, want dan is het een zin.
De laatste tijd speelt het inschalen van de betrokkenheid van mijn kinderen een grote rol in mijn onderwijs. Zijn de kinderen niet betrokken dan komen ze niet tot leren. Word jij net zo enthousiast van betrokkenheid als ik? Ga eens kijken binnen je groep, wat zie je en wat valt je op? Hopelijk kun jij net dat verschil maken voor dat ene kind. Mijn advies is vooral geniet van alles wat je ziet. Je zult zien dat zoveel kinderen in jouw groep al van nature betrokken bezig zijn, wanneer je je dit als leerkracht beseft wordt het onderwijs een stukje mooier! Heb je nog vragen kun je mij vinden op @juf_sanne___