Inspiratieblog: Digitale geletterdheid in de middenbouw

Zowel in de klas als daarbuiten is digitale technologie en digitale media niet meer weg te denken. Van het digibord tot Chromebooks of tablets, maar ook algoritmes zijn overal. Om deel te kunnen nemen aan de maatschappij vraagt het van leerlingen en van leerkrachten om digitaal geletterd te zijn. Sanne Stam is leerkracht op de Joannesschool in Naaldwijk in unit ¾ en heeft al vanaf het begin van haar carrière interesse in digitale geletterdheid. Ze neemt je mee in de ervaringen die zij heeft opgedaan wat betreft het aanbieden van digitale geletterdheid, de leerlijnen en praktische tips. 

Verschillende domeinen
Digitale geletterdheid, zo schrijft het SLO, gaat over het hebben van kennis over digitale technologie, digitale media en het beschikken over vaardigheden om deze te gebruiken. Het SLO heeft in maart van dit jaar een concept van de verplichte  kerndoelen voor digitale geletterdheid gepubliceerd. Eerder ging het om aanbodsdoelen die onder waren verdeeld in de vier subdomeinen: praktische ICT-vaardigheden, mediawijsheid, digitale informatievaardigheden en computational thinking. Deze werden aangeraden maar waren niet verplicht. Bij de vernieuwde kerndoelen gaat dit veranderen. Komend schooljaar worden de kerndoelen beproefd in het onderwijs, waarna er verdere afstemming zal volgen. De kerndoelen digitale geletterdheid kennen een nieuwe opzet. In onderstaand schema is te zien dat er drie domeinen zijn met daaronder een aantal kerndoelen. 

In de praktijk
Als leerkracht is het van belang om kennis te hebben van deze domeinen, zodat je deze aan kinderen kunt aanbieden. Ik laat je zien hoe digitale geletterdheid er in onze unit uitziet:
Wij hebben in onze groep 3 voor ieder kind één chromebook tot beschikking. Aan het begin van het schooljaar hebben we geoefend met het domein praktische kennis en vaardigheden. Hierbij staat centraal dat de kinderen weten hoe zij moeten inloggen en welke apps zij kunnen gebruiken. Wij beginnen de dag altijd met een inloop van een kwartier. Twee keer in week zetten we zowel voor groep 3 als groep 4 de chromebook in. Wanneer leerlingen klaar zijn met hun werk kunnen zij naast een kieskast ook kiezen om te werken op een chromebook. Een groot voordeel is dat leerlingen, als zij klaar zijn, altijd verder kunnen met een van de programma’s. Als leerkracht vergt het relatief weinig voorbereiding. Wel is het belangrijk om de voortgang van de leerlingen bij te houden in de leerkrachtomgeving en hierop in te spelen. Zo kan het als waardevolle aanvulling worden ingezet naast het klassikale of individuele onderwijs. 

Voor groep 3 maken wij gebruik van vijf verschillende programma’s. Deze programma’s zetten voornamelijk in op automatiseren. Leesturbo en Veilig Leren Lezen leerlingsoftware horen bij de methode Veilig Leren Lezen. Deze programma’s sluiten direct aan bij de doelen van de leesles. In de leerlingsoftware kunnen leerlingen oefenen met technisch lezen, spellen en begrijpend lezen, maar ook woordenschat en leesbevordering zijn domeinen die aanbod komen. Je kunt als leerkracht zelf bepalen welke leerling met welk onderdeel oefent, hierdoor zet je het programma gericht in. Leesturbo is te gebruiken vanaf kern 6 en zet in op de automatisering van de woordherkenning.


Daarnaast gebruiken wij Rekentuin en Taalzee, deze zijn beide onderdeel van Prowise Learn en zijn gekoppeld aan de leerdoelen en adaptief. De programma’s zijn naast elke aanvankelijk leesmethode in te zetten, maar kunnen zelfs ook dienen als vervanging van een methode. Leerlingen kunnen muntjes verdienen waarmee zij attributen kunnen kopen. Dit werkt bij leerlingen heel motiverend. Als laatste gebruiken wij ook het programma Squla. Door middel van quizezen en games kunnen de kinderen aan de slag met alle vakken van de basisschool. Hier zijn ze heel enthousiast over. Als leerkracht vind ik het nadeel dat ze uit veel verschillende onderdelen kunnen kiezen waardoor het minder direct aansluit bij de huidige doelen. 

Programmeren met je lijf
Vanaf groep 4 werken we veel meer op de Chromebooks. We verwerken de instructie van rekenen digitaal en ook sommige onderdelen van taal maken de kinderen op de Chromebook. Hierdoor zitten leerlingen veel achter een scherm. Er is dan een goede balans nodig. Oogartsen adviseren om na elke twintig minuten op een scherm gekeken te hebben twee minuten in de verte te kijken en ook twee uur per dag naar buiten te gaan. Het opdoen van digitale geletterdheid hoeft zeker niet alleen achter een computer te gebeuren. Neem bijvoorbeeld programmeren, dit gaat over ruimtelijk inzicht en het volgen van stappen, waardoor je dit ook makkelijk aan kunt bieden zonder device. Tijdens het spelen van smart games, zoals Roodkapje en Rush hour, wordt er van je gevraagd om bepaalde stappen te zetten in een juiste volgorde, exact de vaardigheden die nodig zijn bij programmeren. Daarnaast kun je ook programmeren met jezelf. Tijdens ons thema De Supermarkt hadden wij in de gang boodschappen liggen. Door middel van een route moesten leerlingen zichzelf naar een boodschap programmeren. Ook kan je gebruik maken van de Beebot, een programmeer robot die in talrijke situaties is in te zetten. 

Denk klein
Belangrijk is dat je als leerkracht kennis hebt van de verschillende domeinen en de daarbij behorende kerndoelen. Zo kun je gericht lesgeven en zul je zien dat in heel veel dagelijkse bezigheden ict terug komt. Zo kun je al veel doelen wegstrepen en hoef je deze niet apart in te zetten in je lesaanbod. Het domein praktische kennis en vaardigheden is een domein dat al snel aanbod komt. Werken kinderen met een device bij jou in de klas en zijn de kinderen hier wegwijs mee? Dan is de kans groot dat jij aan deze eisen voldoet. Het domein wisselwerking tussen digitale technologie, digitale middelen en mens en samenleving. komt bij ons naar voren in het thematisch onderwijs. Wij werken van vakantie tot vakantie aan een thema. Binnen dit thema stellen de kinderen leervragen op die zij gaan beantwoorden. Ze gaan zelf op zoek naar deze antwoorden. Soms pakt een leerling een boek waarin het antwoord te vinden is en de andere keer wordt google erbij gepakt om antwoord te vinden op de vraag. Op deze manier leren de kinderen dat ICT kan worden ingezet om grip te krijgen op de samenleving en je kennis te verrijken. Het domein creëren en maken vergt iets meer creativiteit van jou als leerkracht. Elk thema zorg ik ervoor dat ik één programmeer activiteit aanbied. Daarnaast vragen wij van de leerlingen om een leervraag, die opgesteld is bij het thema, uit te werken in een poster, presentatie of een andere werkvorm. Hierdoor werken de kinderen opnieuw aan de ICT vaardigheden. Noodzaak is om vooral te kijken naar wat je al doet en hierop voort te borduren, je zult zien dat je al meer aanbied dan dat je zelf in eerste instantie denkt!

Vijf praktische en inspirerende programma’s voor de middenbouw: 

  1. Kiene Klanken van Educo. Een interactieve klankstempelset in combinatie met de bijbehorende app op een tablet. Een tip van Meriël, koppel een toetsenbord aan de tablet of maak gebruik van een chromebook. Leerlingen kunnen dan binnen de app woorden, zinnen en zelfs verhaaltjes typen. 
  2. Bookcreator. Met dit programma kunnen leerlingen zelf een boek schrijven. Er kunnen plaatjes worden ingevoerd en daarbij tekst geschreven. Goed in te zetten als verwerkingsopdracht tijdens een thema. Zo heeft de bovenbouw een informatieboek gemaakt over Archeologie, deze is uitgeprint en gepresenteerd aan ouders. Ook leuk om een prentenboek te maken en deze voor te lezen bij de kleuters. 
  3. Scratch. Een programma waarbij leerlingen stap voor stap leren programmeren. Op de website van Scratch zijn diverse handleidingen te vinden. Zo ook voor het maken van een achtervolgingsspel. In groep 5 hebben ze deze handleiding uitgeprint en tijdens het techniekcircuit maken de leerlingen aan de hand van de handleiding een achtervolgingsspel. 
  4. Booklet. Dit is een online game over een bepaald leerdoel. Leerlingen spelen tegen elkaar, maar kunnen wel allemaal op hun eigen tempo spelen. Aan het einde kan er gekeken worden wie de winnaar is, maar dit hoeft niet. 
  5. Bij de les. Van dezelfde makers als spellingoefenen.nl en redactiesommen.nl. Deze website is goed in te zetten om de voorkennis te activeren of tijdens de lesafsluiting. Bijvoorbeeld door leerlingen vijf dicteewoorden te laten typen. De leerkracht kan inzien hoe de leerlingen het hebben gedaan. Zij zijn niet met hun naam op het digibord te zien, maar bijvoorbeeld met een icoon. Hierdoor is er anonimiteit. Ook worden de leerlingen willekeurig in teams ingedeeld waardoor ook een slechtere speller een keer kan winnen.